Tai chi basics

Gepubliceerd op 1 juli 2021 om 22:23
Yang Ch'eng-fu

Dit zijn de tien belangrijke punten om tai chi goed te leren. Ze komen van Yang Ch'eng-fu. Dat was een kleinzoon van Yang Luchan, de oprichter van de bekende Yang stijl. Yang Ch'eng-fu was één van de eerste leraren die tai chi chuan aan het grote publiek introduceerde.

Dit zijn de tien:

 

1.  Houd het hoofd rechtop zodat de geest de kruin kan bereiken. Gebruik geen spierkracht. Met een stijve nek kan de ademenergie (chi) en het bloed niet doorstromen. Het is nodig je ongedwongen en levendig te voelen. Wanneer de geest de kruin niet kan bereiken, kan deze zich niet uiten.

 

2. Breng de borstkast omlaag op de schouderbladen. De borstkast zinkt op natuurlijke wijze zodat de chi naar je dantien kan dalen. Zet de borstkast niet uit; de chi blijft steken en het lichaam wordt topzwaar. De hielen zullen te licht zijn en je staat niet geworteld. Open de schouderbladen en chi verspreid zich over de rug. Breng je borstkast omlaag en je kunt je schouderbladen openen. Je kracht kan zich via de ruggengraat ontladen. 

 

3. Ontspan het middel. Je middel is de aanvoerder van je hele lichaam, van hieruit ontstaat beweging. Wanneer je het middel kunt ontspannen, krijgen je benen kracht en zal het onderste gedeelte stevig en stabiel zijn. Vol en leeg wisselen, gebaseerd op op het wenden van je middel. Krijg je geen kracht zoek dan eerst de fout in je middel en benen.

 

4. Onderscheid vol en leeg. Wanneer je hele gewicht op je rechterbeen rust dan is het rechterbeen vol en het linker leeg. Wanneer je dit onderscheid kent kun je gemakkelijk wenden zonder kracht te gebruiken. Zo niet, dan sta je niet stevig en kun je gemakkelijk uit evenwicht gebracht worden.

 

5. Laat de schouders en ellenbogen zakken. De schouders moeten volledig ontspannen en open zijn. Let op dat je ze niet verkrampt. Houdt je de ellenbogen te hoog dan kunnen je schouders niet zakken, en ontspan de ellenbogen.

 

6. Gebruik geestkracht en geen spierkracht. In de tai chi ontspan je het hele lichaam. Het lichaam heeft meridianen zoals de grond kanalen en sloten heeft. Wanneer ze niet verstopt zijn kan het water doorstromen. Als de meridiaan open is gaat de ademenergie (chi) door. Wanneer je lichaam alleen spierkracht bevat en dit de meridianen vult, wordt de chi geblokkeerd en kun je niet soepel bewegen. Ontwikkel innerlijke kracht. Wanneer je zacht bent, dan zal je hard en sterk worden.

 

7. Boven en beneden volgen elkaar. Volgens de klassieken wordt gezegd; de beweging moet in de voet geworteld zijn, doorgegeven door de benen, gecontroleerd door het middel en uitgedrukt door de vingers. Dit betekent dat alles tegelijk gaat, vloeiend bewegen (het voltrekt zich in een adem). Wanneer hand, middel en voet samen bewegen, volgen de ogen. Wanneer één onderdeel niet volgt, is het hele lichaam in wanorde.

 

8. Binnen en buiten stemmen overeen. De geest is de hoofdzaak; de aanvoerder van het lichaam. Wanneer je geest alert is, dan zijn de bewegingen vanzelf soepel. De houdingen zijn niets meer dan leeg en vol, openen en sluiten, yin en yang. Wanneer binnen en buiten één zijn is het compleet.

 

9. Alles is onderling verbonden en ononderbroken. Je kracht beweegt in cirkels en begint telkens opnieuw (Yin-Yang principe). Er zijn geen stops in je bewegingen, alles stroomt ononderbroken voort en heeft geen grenzen.

 

10. Zoek kalmte in beweging. Ondanks beweging is er toch rust. Wanneer je bewegingen langzaam gaan zijn de inademing en uitademing lang en diep en zinkt de chi naar de dantien. Je bloedvaten worden niet overbelast en je verbruikt maar weinig energie.

 

Waardevolle lessen van Yang Ch'eng-fu. Dank daarvoor. Voelt geweldig als je het door krijgt.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Jenny
3 jaar geleden

Duidelijke uitleg Marc, dankjewel.