Mijn boek
Op 8 september 2025 heb ik een boek uitgebracht.
Op 14 juli 2024 heeft mijn zoon Luc, een einde aan zijn leven gemaakt.
Na 14 maanden op een wachtlijst van de GGZ te hebben gestaan, vonden we hem uiteindelijk thuis. Dood onder de douche.
Vanaf dag 1 had ik al de drang om te schrijven. Om alles te beschrijven. Voor mezelf, voor Luc en misschien ook voor de hulpverleners in de GGZ, of anderen, om het proces van trauma en rouwverwerking vanaf de eerste dag te kunnen volgen en er misschien iets van te leren. Misschien ook om eens na te denken over het systeem van geestelijke gezondheidszorg.
Na een paar weken elke dag te hebben geschreven, zelf verbaasd over wat er alles uit kwam, dacht ik dat er een boek in zat.
Het boek neemt je mee op mijn reis door het verdriet, naar de liefde. Het boek is een verslag van mijn gedachten, gevoel, inzichten, vragen, overgave en groei.
Wandelen, fietsen, tai chi, de schoonheid van de natuur en de kleine magische gebeurtenissen op mijn weg, hielpen me door de ergste periode in mijn leven.
Nu ik langzaam hoor wat het met de eerste lezers van het boek heeft gedaan, wil ik het ook hier delen.
Het titelverhaal van het boek ter inzage.
Nachtmerries voor het slapen gaan
Die dag kwamen we terug van het zwemmen, want het zwembad was dicht. Een technische storing. We gingen niet rechtstreeks naar huis. Linda wou nog naar een terrasje. Ik was moe, want ik was al om 5 uur op.
Ik ben een ochtendmens, maar 5 uur is ook voor mij vroeg.
Ik zet koffie en start de tv op. Toen kwam Luc al naar de wc.
Dat was ook vroeg voor zijn doen. Hij ging wel weer naar bed, maar om 7 uur kwam hij al naar beneden. Luc praat niet. Al weken lang houdt hij zijn mond dicht.
`Hoe is het?´, vraag ik.
Geen antwoord.
De air van boosheid over hem heen is er deze keer echter niet.
Het hoofd en zijn armen hangen omlaag. Een luciferstokje dat zich naar binnen toe wenst te sluiten.
Ik heb opeens weer een idee. Ik vraag of ik hem polsbandgewichtjes mag omdoen. Tot mijn verbazing staat hij het toe. Ik doe hem ook enkelgewichtjes om, in de hoop dat dat zijn houding zou verbeteren. Om de gewichten te dragen zou zijn houding iets actiever moeten worden.
Ik wil hem helpen, maar ik weet ook niet meer op wat voor manier, want hij laat al maanden geen hulp meer toe.
Hij gaat al weken niet meer naar buiten. Zelfs niet de tuin in. Alleen als hij een afspraak heeft. Dan gaat hij zich ook douchen en verwisselt zijn huispyama, een joggingbroek met oud versleten t-shirt, in een jeansbroek en hoodie. Haalt alles uit de kast om zich zo goed mogelijk te presenteren. Het is onmogelijk voor hem om een paar minuten voor de afspraak aanwezig te zijn. Altijd op de laatste minuut, of iets eroverheen.
Dat had hij ook al toen hij nog gezond was.
Ik ben het type dat altijd 10 minuten eerder op een afspraak is. Daar zat dus wat frictie tussen. Ik moest altijd racen als ik hem ergens heen moest brengen.
Hij ging weer naar boven en ik hoorde hem beneden de gewichtjes afdoen, die hij daarna weer naar beneden bracht en op hun plek terug legde.
Als een zombie loopt hij op en neer. Zegt geen woord, staart voor zich uit. Geen idee in wat voor wereld hij zich begeeft, maar zijn lichaam is er niet bij betrokken.
Ontelbare keren heb ik geprobeerd om contact met hem te maken.
Lief: Hoe is het? Wat wil je doen vandaag? Zullen we even gaan wandelen? Fietsen? Naar opa?
Vragend: Wil je even met de afwas helpen? Zou je vandaag de struik willen knippen? Het gras maaien? Boodschappen doen? Frieten halen?
Alles met de achterliggende bedoeling om hem iets meer te activeren en terug in onze wereld te brengen.
Lastig vallen (op een liefdevolle speelse manier): Dan ga ik naast hem op bed liggen en praat tegen hem. Vertel hem over eigen ervaringen. Dat we van hem houden en hem willen helpen. Er zijn zoveel mensen die van hem houden en hem willen steunen, maar hij sluit alles buiten. Hij staart naar een punt op het plafond. Waarom laat je geen hulp toe? Als hij opstaat en wegloopt, ga ik achter hem aan.
Kijk me eens aan?
Dat doet hij niet. Bij de geringste aanraking slaat hij van zich af. Als iemand die zijn vingers brandt.
Dwingend heeft nooit bij hem gewerkt, maar gefrustreerd en zelfs beledigend, of bot, kon ik vaak niet helpen. Wanhoop en frustratie kunnen je kwaad maken en onbeheerst en je doet of zegt dingen waar je later spijt van hebt.
Als een leger sergeant spreek ik hem toe.
Als je geen doel hebt, dan kom je ook nergens. Zonder inzet geen beloning. Alles is je steeds makkelijk afgegaan en je bent niet gewend aan tegenslag, aan werken. Nu moet je je inzetten en kracht vinden om hier uit te komen.
Als je de motor niet af en toe aanzet, krijg je opstartproblemen.
Het grootste deel van de tijd lieten we hem echter met rust. Misschien doet hij iets uit zichzelf als je hem lang genoeg met rust laat.
Het was ook niet altijd leuk of gezellig om contact met hem te zoeken, want je werd gewoon afgewezen. Soms hield ik hem door mijn ooghoeken in de gaten. Kijken hoe hij op een film reageert. Hoe hij op en neer loopt, of om de tafel heen. Hoe hij in zijn hoofd discussies voert, of lezingen geeft over god wie weet wat?
Zijn houding met die curve in zijn nek, waarbij zijn hoofd niet op zijn schouders staat, maar als een hanglamp iets voor zijn lichaam bungelt.
Eerst probeerden we hem vaak te corrigeren in zijn houding en dan ging hij ook soms wat rechter lopen, maar de laatste weken, maanden, reageerde hij er niet meer op. Het kon hem gewoon niet schelen. Niets kon hem schelen.
Als ouder heb je het gevoel dat je hart stukje bij beetje wordt weggevreten.
Mijn vrouw was vaker depressief en huilde zich de nacht door.
Ik had mijn werk waar ik altijd weer van opknapte, deed een deel van het huishouden, moest nog een uitvaart regelen van mijn stiefvader en de nasleep die erbij komt kijken.
Het jaar daarvoor was mijn vader gestorven. Hij had me een huis in Duitsland nagelaten.
Mijn vader en mijn stiefmoeder waren beiden koopverslaafd en gooiden nooit wat weg. Na veertig jaar was dat huis tot de nok toe volgepropt met spul. Drie stallen in de tuin en een garage net zo volgepropt. En mijn vader was handig met haakjes en potjes en opbergplekjes creëren.
Met alle papierkraam en instanties in Duitsland, heeft het me een jaar gekost om alles af te ronden.
Op de dag van de begrafenis van mijn stiefvader, hij stierf meer dan een jaar later, was de verkoop van het huis van mijn vader afgerond.
Geld en spullen doen me heel weinig. De obsessies en het waardensysteem van mijn vader hebben me daar wel van doen afknappen.
Naast de eerste levensbehoeften: eten, drinken en een dak boven je hoofd, vind ik het leven belangrijk. Welzijn vind je van binnen en niet in spullen, of vakanties, of feestjes. Niet dat dat niet kan bijdragen, maar als je het van binnen niet vindt, vind je het nergens.
Met die achtergrond vond ik het echt slopend om te zien hoe mijn zoon geen interesse meer had om te leven, om dingen te doen, om te zorgen voor zijn welzijn. Het was trekken aan een dood paard. Ik was de wanhoop nabij.
Het is niet dat we geen hulp hebben gezocht, maar die hulp kwam maar niet op gang. Vooral niet omdat hij pillen weigerde en dat hij volwassen was. Als ouder sta je dan buiten spel.
En dan kom je thuis.

Reactie plaatsen
Reacties