
Ze springen van tak tot tak. Schreeuwend, onrustig, ondeugend, wild.
Ze trekken al je aandacht en je word meegetrokken in hun energie, maar de aap is voor jou eigenlijk niet van belang. De aap staat aan het einde van de lijn.
Wat je door al het spektakel ontgaat, is de boom, die in alle rust de centrale plek inneemt in dit verhaal.
Vredig en in totale rust voedt hij zich door zijn wortels in de aarde en brengt door zijn stam de energie naar zijn kruin. Een kruin die openstaat voor het licht van boven. Samen met de voeding uit de aarde, ontstaat er groei. Vruchten vormen zich. Vruchten waar die apen zich mee voeden. Waar de apen, met al het zoets wat er te verorberen is, een feestje bouwen.
Een feestje waar de boom zich niet om bekommert.
Als de vruchten niet geplukt werden, zouden ze aan de takken gaan hangen, verrotten en uiteindelijk afvallen.
Dat zou zonde zijn van dat hele groeiproces.
Richt je aandacht eens op de boom. Hoe de dunste haartjes in het wortelstelsel in verbinding staan met de dunste takjes in de kruin. Van buiten hard en buigzaam, maar van binnen open. De kracht om te groeien komt van binnen.
Als de boom gaat denken dat hij de apen moet voeden, dan verliest hij zijn kracht om te groeien.
De aap is niet van belang. Je hoeft de apen niet te voeden. Die voeden zichzelf.
Reactie plaatsen
Reacties